Pybinga State schoorsteenstuk

Schilderij begin 19e eeuw. Op de voorgrond de jister waar ’s zomers de koeien werden gemolken. Hier staat nu de stelp Nij Pybinga. Rechts de Mauritiuskerk, die in werkelijkheid wat verder weg stond.

Pybinga State

Pybinga State ten tijde van Jan Fokma. Rechts de weg die de boeren uit de omgeving gebruikten om naar hun hooilanden te gaan. Het woongedeelte (de kop) staat er nog. Foto 1928.

1
1

Pybinga State was een van de oudste en grootste boerderijen binnen het dorpsgebied. Hij werd al in 1542 genoemd als Poebinga en bleef gedurende meer dan 150 jaar in dezelfde familie. De laatste telg Jan Jans Fokma verkocht dit familiebezit in 1930, waarna de oude kop-hals-romp in tweeën werd gedeeld. Het merendeel van het land behoorde toen al bij het naastgelegen Nij Pybinga.

Na de oorlog werd de bouwvallige schuur afgebroken, maar het woongedeelte bleef bestaan. Uit de kop zijn twee bijzondere artefacten bewaard gebleven: een bovenlicht van rijk versierd eikenhout en het afgebeelde schoorsteenstuk met daarop Pybinga State en de Mauritiuskerk op de achtergrond.

De naastgelegen boerderij @13 draagt de naam Papinga. Vóór de reformatie was deze plaats eigendom van het klooster te Nes bij Akkrum. In de 19e eeuw woonde er een rijke boer, die een forse financiële bijdrage leverde aan de nieuwbouw van de RK-kerk. Zijn zoon en opvolger, Durk Ates de Klaver, liet zijn initialen in een andere kleur dakpannen op de boerderij aanbrengen, zodat er DAK op het dak stond. Hij had geen erfgenamen en schonk daarom, al voor zijn dood, de boerderij aan de katholieke kerk. De landerijen horen nu bij de nieuwe boerderij aan de Bûtlânswei 2.

Vanaf de terp liep een brede vaart naar de “Hooy Landen” bij de Brekken. Het zogenoemde Jirnsumerfjild bestond uit bûtlân, dat ‘s winters meestal onder water stond. Deze 55 hectare grote polder werd in de zomer droog gehouden door de Miedmole, een forse windmolen. Via het erf van Pybinga State reden de boeren uit het dorp, en soms van ver daarbuiten, naar de hooilanden.

Route Midden: vertelpunt 7