De Nijdam-molen

Rechts de Nijdam-molen, gebouwd in 1877. Links het grote doktershuis en in het midden de iets verder gelegen RK-kerk op de plek van het verdwenen landgoed Schoonzicht.

Grote renteniershuizen

Deze drie huizen staan op het hoger gelegen erf van een verdwenen boerderij. Links (deels zichtbaar) het huis van Doeke Pasma. Daarnaast de rentenierswoningen van de gebroeders Gerben @74 en Rinze van der Goot @70.

1
1

Vanaf de haven, gelegen tussen steenhouwerij en zuivelfabriek, liep de dorpsvaart door tot voorbij de RK-kerk. De vaart is terug te vinden op de dorpsplattegrond van 1791. Met het bouwen van huizen aan de dorpsvaart, langs de oostzijde van de Rijksweg, ontstond een lange rij bruggetjes met witgeverfde armleuningen.

Aan de drukke vaarroute tussen Amsterdam en Groningen bouwde Hoite Hendriks Nijdam in 1877 een grote molen voor het vervaardigen van olie en lijnkoeken. Deze molen werd ook gebruikt voor het zagen van hout. Elke afdeling van het molenbedrijf had zijn eigen baas. Toevalligerwijze heetten beiden Pieter, zodat ze de bijnamen Piter-oalje en Piter-hout kregen.

Nijdams jongste zoon Gooitzen nam de zaak over en werd een vermogend man. Toen zijn molen in 1915 afbrandde kwamen kijkers van heinde en verre op de enorme vuurzee af. De molen is nooit herbouwd omdat windkracht voor productie niet langer rendabel was. De naam van de molen leeft voort in Stichting Molehiem, vernoemd naar de voormalige camping die in 1964 op deze plek van start ging.

In het grote huis @85 met de naam Helena woonde vroeger de dominee. De eerste steen is gelegd in 1864, maar de bovenverdieping is van latere datum. Met de bouw van de hervormde pastorie  vond een woningruil plaats. Voortaan woonde hier de dokter: achtereenvolgens Oosterhaven, Smeding, Hermanides sr. en Hermanides jr.

Aan de overzijde van de straat @78 woonde Doeke Pasma, een deftige rentenier-herenboer. Hij was wethouder van Rauwerderhem, had zitting in allerlei besturen en speelde een belangrijke rol in het verenigingsleven. Dat was nog voor de eerste wereldoorlog en zijn dorpsgenoten noemden hem de ongekroonde koning van Jirnsum.

Route Noord: vertelpunt 3