De Tsjerkepleats

De Tsjerkepleats vóór het bombardement van 9-3-1942. Hij werd herbouwd in 1951 en zo'n 20 jaar later alweer afgebroken. Op de plek van het woongedeelte staat nu bungalow @17. Op de achtergrond is Nij Pybinga nog net zichtbaar.

Boerderij Nij Pybinga

Advertentie van architect Jacob Ruurds Nijdam (Leeuwarder Courant 23-7-1878) voor de aanbesteding van een stelpboerderij aan de Kerkebuurt.

Boerderij Nij Pybinga

In 1923 had Nij Pybinga nog een marmeren trap, met een deftige deur in het midden van de voorgevel. Vóór 1878 lagen hier de boomgaard van de schoolmeester en de jister van Pybinga State.

1
1

Langs Pybinga State liep de Flansumervaart door tot de kerkhof op de terp. Dit laatste stukje vaarweg, waar nu een asfaltweg ligt, had de toepasselijke naam Lykfeart (lijkvaart). Naast het toegangshek van het kerkhof liggen een paar zeer oude grafzerken, afkomstig uit de gesloopte kerk. Ze zijn van leden van de adellijke familie Douwema. Hun voorouders waren vermoedelijk de stichters van de Mauritiuskerk, maar dat is wel 700 jaar geleden…

Dicht bij de kerk stond de Tsjerkepleats, de eerder genoemde boerderij die in de oorlog werd gebombardeerd. In oude katholieke tijden (vóór de reformatie) woonde hier de pastoor, die zodoende als boer in zijn eigen onderhoud kon voorzien. Vanaf de Pôle liep een verhard pad helemaal tot aan de oever van de Boarn. In de volksmond was dat it stiennen paad, maar de officiële straatnaam is nu Kerkebuurt.

Achter het afgegraven stuk terp staat een grote stelpboerderij uit 1878, ontworpen door  architect Jacob Ruurds Nijdam. Opdrachtgever was Sijmen Aukes Schoustra, die in 1853 met Trijntje Doekes Fokma trouwde en toen boer werd op Pybinga State. In de loop der jaren kocht hij steeds meer land aan, tot hij genoeg had voor twee boerderijen.

Aldus bouwde hij Nij Pybinga op de jister (stukje land) naast zijn oude boerderij. Het schilderstuk van Pybinga State toont zwartbonte koeien, die op deze plek werden gemolken. Het voorste deel van de boerderij staat op de túnpôle, een stukje grond dat Schoustra kocht van de hervormde kerk. Die stelde het voorheen als boomgaard ter beschikking aan de schoolmeester.

Deze stelp is een van de laatste met een melkkelder onder de opkamer. Aanvankelijk werden boter en kaas nog op de boerderij gemaakt. Tien jaar na de bouw ging de melk naar de zuivelfabriek in het dorp. De treurwilg bij de sloot aan de voorzijde van het boerenerf is nog van voor 1878.

Route Midden: vertelpunt 8