Terug naar hoofdstuk    Naar homepage

De familie Wiersma bracht de techniek in het dorp

Klaas Wiersma op een van de eerste Eysink motorfietsen

In 1893 kwam het gezin Wiersma vanuit Franeker naar Irnsum. Klaas  begon hier een wagenmakerij in een van de huisjes bij de zuivelfabriek.

Hij was geboren op 20 juli 1852 in Dantumadeel, als zoon van Gerardus Ignatius Wiersma en Baukje Edzes Westra. In 1877 was Klaas in Leeuwarden getrouwd met Sytske Steggerda, geboren op 24 maart 1856 in Leeuwarderadeel. Zij was een dochter van Fokke Johannes Steggerda en Antje Jans Hoekstra.

Kort na hun verhuizing naar Irnsum begon een periode van economische groei, die tot de eerste wereldoorlog zou duren.

De zaken van Klaas Wiersma gingen goed, want in 1905 liet hij door Auke van Balen een nieuw huis bouwen, tegenover de RK kerk. Achter dit huis (zie foto met voorlader) kwam een nieuwe wagenmakerij.

Het gezin van Klaas en Sytske telde, zoals in die tijd gebruikelijk, talrijke kinderen:

1. Antje, geboren 1-12-1879 te Franeker
2. Baudina, geboren 1-2-1882 te Franeker
3. Jan Fokke, geboren 11-10-1886 te Franeker
4. Gerhardus, geboren 30-1-1889 te Franeker
5. Edse, geboren 15-10-1891 te Franeker
6. Harmina, geboren 1-2-1894 Irnsum
7. Duco, geboren 3-10-1896 te Irnsum
8. Sjoerd, geboren 27-11-1899 te Irnsum
9. Willy, geboren na 1900 te Irnsum


De nieuwe huizen aan het Noordeinde tegenover de RK kerk
In januari 1905 kochten Wiersma sr. en zijn nieuwe buren een stukje bouwgrond van Cornelis Elzinga. Klaas Wiersma kocht het middelste van de drie kavels voor fl. 363. Datzelfde jaar werd zijn huis (tweede van rechts) gebouwd.

Geheel rechts het huis dat Anne Damsma bouwde voor Sipke Franzes Zweitser. Tweede van links het huis van Eeuwe ("lytse Yoege") Riemersma. Het huis geheel links zal kort voor 1905 zijn gebouwd.



Een friese boerenwagen met weggenomen bodemplaat
Klaas Wiersma begon als wagenmaker. In zijn werkplaats maakte hij al het houtwerk zelf. Alleen voor de hoepels rondom de wielen ging hij naar de dorpssmid.

De Friese boerenwagen, die beschikte over een ingenieuze draaiconstructie, was voor vele doeleinden bruikbaar. Met een "oplegframe" kon men er bijvoorbeeld snel een hooiwagen van maken. Ook zoon Edse Wiersma bouwde deze wagens, die tot ver na de tweede wereldoorlog in gebruik zouden blijven.

Rond de eeuwwisseling schaften de eerste burgers zich een fiets aan. Wiersma werd een van de pioniers op dit gebied en in de beginjaren was het noodzakelijk fietsles te geven, teneinde een rijwiel te kunnen verkopen.

Het verhaal gaat dat hij eens bij zo'n oefening het zadel van de leerling te vroeg losliet waarna deze een groenteman van achteren tussen z'n benen fietste. Die werd boos en schreeuwde: "Kin'st net belje!". Het antwoord luidde: "Jawol, mar ik kin net fietse...".

De eerste? advertentie uit 1903 met vergeten merknamen
Klaas Wiersma met zijn vrouw in het voorspan

In de beginjaren was de distributie van fietsen dun gezaaid, zodat Wiersma klanten kreeg van heinde en verre. Zijn zoons reden met een Harley Davidson de halve provincie rond om kapotte fietsen te repareren. Ze laadden de zijspan vol onderdelen en hielden dan een soort spreekuur voor fietsen in diverse plaatsen, soms tot aan Steenwijk toe.

Met zijn vrouw in het voorspan van de motorfiets met kenteken B18 was Klaas Wiersma een gemotoriseerde pionier op de wegen in midden Friesland.
Reeds voor 1900 deden de eerste motorvoertuigen hun intrede in ons land. Er waren 2-, 3- en 4-wielers en de scheidslijn tussen motorfiets en automobiel was soms moeilijk aan te geven. Eind 1905 waren er ruim tweeduizend rij-vergunningen afgegeven. De meeste voertuigen waren geproduceerd in Nederland, België of Duitsland en in meer dan 50% gevallen betrof het een motorfiets.

In de periode van 1906 t/m 1949 hadden motorvoertuigen geen eigen kentekenplaat. In plaats daarvan moest de eigenaar bij de provinciale overheid een persoonlijk nummer laten registreren en dat op zijn motorvoertuig of motorvoertuigen aanbrengen. In Friesland begonnen deze nummers met een B. Zo had Edse Wiersma het nummer B1769 en later ook B18425.

In 1911 kreeg het dorp aansluiting op de elektrische centrale te Grouw. Toen werd Klaas Wiersma de lokale pionier van "it nije ljocht" want hij was het die alle installaties in Irnsum aanlegde. (Een van zijn medewerkers, Jan Riemersma, zou later de elektricien van het dorp worden. Zodoende kreeg die al gauw de bijnaam Jan Elektries.)

Uiteraard verkocht Wiersma niet alleen fietsen, maar ook motorfietsen. De eerste motorfietsen waren in feite fietsen met een motortje eronder. Het zwaardere materiaal, zoals Harleys en Indians, kwam tijdens en na de eerste Wereldoorlog in grote aantallen naar ons land.

Een oude advertentie uit 1908 of 1909
Frame identificatieplaatje van Edse Wiersma

Op 3 april 1913 trouwde zoon Edse te Grouw met Hiltje Sytema en zij kwamen in de zaak te Irnsum, die ze drie jaar later overnamen. Klaas Wiersma vertrok met zijn gezin en de jongste kinderen naar Akkrum, waar hij een nieuwe fietsenzaak begon.


In Akkrum gingen de Wiersma's in de autohandel. Het waren met name de jongste zoons Sjoerd en Duco die zich hier mee bezig hielden.

Sytske Wiersma-Steggerda overleed 18 mei 1930, oud 74 jaar. Haar man Klaas Wiersma stierf 21 maart 1931, oud 78 jaar.

Links Anna Wiersma met fiets (foto 1905-1910)
Alle zoons van Klaas en Sytske deden iets met auto's: Jan Wiersma had een garagebedrijf aan de Schrans te Leeuwarden. Gerard Wiersma emigreerde op jonge leeftijd naar Detroit en werkte in de Ford fabrieken. Duco Wiersma begon een Citroën garage- en taxibedrijf in Leeuwarden en de jongste zoon Sjoerd Wiersma bleef in Akkrum.

In Irnsum was het Edse Wiersma, die na de fietsen en motorfietsen, de eerste auto's naar het dorp haalde.
Wiersma junior, die de zaak in Irnsum voortzette, was een van de vele middenstanders die ingekochte goederen met de Irnsumer stoomboot liet aanvoeren. Het notieboekje van stoombootkapitein P. Boorsma vermeldt bijvoorbeeld in september 1916: "Vervoerd voor E. Wiersma: kist benzine, 2 ijzeren stangen, 1 as met schijf en lagers".

Tot ca. 1927 had het dorp nog geen benzinepomp. Zo kocht Sijmen Schoustra in 1924 twee bussen benzine voor vijf gulden. Edse rekende toen voor reparaties aan zijn Indian motorfiets een gulden per uur, terwijl het loon van knecht Doeke Bosma fl. 1,12½ voor anderhalf uur werk bedroeg.
Briefhoofd van een rekening uit 1924 
De eerste auto's waren T-Fords, die Wiersma in onderdelen liet aanvoeren om ze in de wagenmakerij tot auto's te assembleren. Het materiaal werd door de stoomboot uitgeladen op "De Opslach", de kade bij de Wijde Steeg. Op een keer werden de kratten echter achter de winkel van Gelf Palma aan wal gezet en ging Edse tierend tekeer, omdat de boel niet door de smalle steeg kon.


Een advertentie uit 1915
Aangezien de wagenmakerij te klein werd liet Edse Wiersma een nieuwe werkplaats bouwen voor de verkoop, reparaties en stalling van auto's. Wie een auto kocht kreeg de rijles er bij. Daarnaast verzorgde hij een taxiservice voor de inwoners van het dorp.

Een krantenbericht van 5 december 1927: "Het scheelde dezen morgen heel weinig of een van de hier geregeld doorrijdende bussen was in vlammen opgegaan. Toen de bus stilstond voor het inlaten van reizigers, werd de chauffeur, die zich even had verwijderd, gewaarschuwd dat de wagen in brand stond. Haastig verwijderde hij matten en luiken boven den motor en wist het vuur, ontstaan door kortsluiting, nog juist op tijd te dooven. Verschrikt door den ontstanen rook, hadden de passagiers de auto inmiddels ijlings verlaten. Nadat een en ander was gerepareerd en de deskundige, de heer E. Wiersma, verzekerde dat het gevaar was opgeheven, kon de rit worden vervolgd."

Wiersma was niet alleen thuis in het rijdend materieel. Hij had ook een motorboot van 9,5 m, waarmee hij in 1946 deelnam aan de eerste Elfstedentocht te water. Van dit evenement werd een radio verslag gemaakt en de reporters mochten zijn boot gebruiken om hun zware apparatuur te kunnen meenemen.
Het gezin van Edse Wiersma en Hiltje Sietema telde vier kinderen. Klaas Wiersma, geboren in 1913, werd brugwachter op Oudeschouw, de Irnsumer Syl en later bij de sluis van Terhorne. De andere kinderen waren Sjoerd, Dieuwke en Sytske.

Vermoedelijk staan (geheel rechts) de gebroeders Edse, Duco en Sjoerd op deze foto, die genomen is vóór 1913, want in dat jaar kwam Edse Wiersma in de zaak en vertrok het ouderlijk gezin naar Akkrum.

Edse Wiersma
Naar boven
www.irnsum.nl : de website over de dorpshistorie van Jirnsum