Terug naar hoofdstuk    Naar homepage

Verzekeren deed men bij de OBAS van 1815

De OBAS, brandverzekering op onderlinge grondslag, werd in 1815 opgericht te Wirdum. Deze Onderlinge Brand-Assurantie Sociëteit voor de gemeenten Leeuwarderadeel, Idaarderadeel, Rauwerderhem en Baarderadeel, was een initiatief van P.J. van Beyma te Weidum en Doeke W. Hellema, boer te Wirdum.

De financiële draagkracht der sociëteit was gebaseerd op de onvoorwaardelijke garantstelling van alle deelnemers. Zij stonden borg voor de vergoeding van schaden van andere deelnemers tengevolge van brand of blikseminslag.

Onderlinge Brand Assurantie Sociëteit
De eerste deelnemersvergadering werd op 26 februari 1816 gehouden in herberg "Het gouden wagentje" te Leeuwarden. Als een van de gecommitteerden werd gekozen Sijbren Aukes Schoustra, die boer was bij Roordahuizum.

De OBAS werd, zeker in het begin, gedragen door een agrarisch netwerk met gevoel voor relaties en tradities. Bij haar 125 jarig bestaan werd de organisatie geroemd om haar beleid van "eenvoud en voorzichtigheid".

In die tijd kwamen ook op andere plaatsen in Friesland onderlinge verzekeringen van de grond. De eerste was de Onderlinge Brandverzekeringsmaatschappij Achlum, die in 1811 van start ging met 39 deelnemers. Ook daar waren het allemaal plaatselijke boeren en notabelen met een gemeenschappelijk belang.

De actieradius van een onderlinge verzekering beperkte men tot de maximale afstand die een paard met tilbury op één dag kon afleggen. Uitgangspunt was dat het hele werkgebied voor alle deelnemers te overzien moest zijn. De verspreid wonende bestuurders dienden bekend zijn met de plaatselijke omstandigheden, vooral vanwege de borgstelling der aangesloten leden. Een fijn netwerk van sociale controle kon aldus de maatschappij tegen kwaadwillenden beschermen.

Het gevolg was dat er diverse onderlinge brandverzekeringen werden opgericht, elk met hun eigen territorium. In 1818 waren er in navolging van Achlum vier sociëteiten ontstaan, waaronder de OBAS.

Belangrijke schadegevallen in Irnsum en omgeving

1872   15 jul     Franke de Jong, Irnsum fl. 5.698,59
1889   24 mei   Jhr. Mr. W.H. de Beaufort, Friens fl. 4.508,00
1899   12 dec   Firma J. & H.W. van der Ploeg, Grouw fl. 8.015,00
1903   29 sep   Gabe G. Hofstra, Irnsum fl. 8.393,00
1906   29 mei   G.S. Hoekstra, Irnsum fl. 4.504,92
1915   4 mei     G.H. Nijdam, Irnsum fl. 4.633,00
1918   22 jun   Kerkvoogdij N.H. Gemeente, Irnsum fl. 10.000,00
1918   22 jun   A.S. Kooistra, Irnsum fl. 6.837,00
1918   22 jun   G.G. Hofstra, Akkrum fl. 14.430,00
1918   22 jun   J. en M. Hofstra, Irnsum fl. 6.400,50
1923   16 aug   Sj. M. de Zee, Irnsum fl. 33.300,00
1926   12 nov   E.W. van der Mei, Irnsum fl. 10.695,00
1926   12 nov   D.D. van der Meulen, Irnsum fl. 8.495,00
1926   12 nov   Th.D. Vallinga, Irnsum fl. 9.403,00
1927   27 jul     K.J. Sikkema, Irnsum fl. 9.736,00


De bovenstaande schade uitkeringen zijn vermeld in het gedenkboek van de OBAS uit 1940.

In 1899 was er een grote brand bij Machinefabriek Van der Ploeg te Grouw. Ook het afbranden van de zaak van Sjouke de Zee heeft de verzekering veel geld gekost. Daarom vond men het kennelijk wel zinvol nevenstaande foto van het herbouwde pand in het gedenkboek op te nemen.

Bij de meeste andere branden betreft het boerderijen. Overigens zijn de namen van de eigenaren vermeld; zo was "Kerkvoogdij Irnsum" eigenaar van een der boerderijen.

De herbouwde manufacturenwinkel te Irnsum
De verzekeringsperiodes (contracten) hadden een looptijd van 5 jaar. Van oorsprong was de OBAS (in de begintijd "De Wirdumer" genoemd) een onderlinge boerenbrandwaarborg maatschappij.

Het werkgebied lag met name tussen Leeuwarden en Sneek

In de loop der jaren groeide zij uit tot een algemene assurantie onderlinge, waar scholen, kerken, gemeentehuizen, fabrieken, woningen, zomerhuizen, motorboten enz. verzekerd waren.

In 1936 werd het aanbod uitgebreid met stormverzekering en het jaar daarna met bedrijfsverzekering, eveneens op coöperatieve basis.

In 1940 waren er in de gemeente Rauwerderhem van de 850 panden ruim 600 bij de OBAS verzekerd tegen brandschade. Een fors marktaandeel dus.

Naast haar hoofdtaak, het vergoeden van geleden brandschade, legde de OBAS zich in de loop der tijd steeds meer toe op preventie. Daartoe werden geregeld inspecties gehouden. Toen de "radio-ontvang-toestellen" nog niet zo algemeen waren, werden ook deze stelselmatig aan een onderzoek onderworpen, evenals voorheen was gebeurd met verlichting op acetyleengas en carbid.

Ook werd geregeld controle op hooibroei uitgevoerd. Met hetzelfde doel werden aan de gemeenten in het werkgebied veelvuldig bijdragen verleend in de kosten der brandweer. In 1922 kregen de gemeenten subsidies voor de aanschaf van "een aan de eisen des tijds beantwoordende automobielspuit".

Directiekantoor van de OBAS
In 1889 werd het kantoor overgebracht naar Huizum, gevestigd in het huis van de toenmalige directeur, aan de Schrans. In 1920 werd, eveneens te Leeuwarden, een nieuw kantoorgebouw gesticht.

De organisatie bleef fors groeien. Zes jaar later was uitbreiding nodig. In het vijfjarige tijdvak 1915-1920 was er een grote stijging van het verzekerd kapitaal, als gevolg van de economische omstandigheden. Tijdens de crisisjaren (na 1929) zou dit weer dalen.

In 1919 werd voor het kantoorpersoneel de vrije zaterdagmiddag ingevoerd. Overigens maakten zij toen slechts 36 werkuren per week, wat in die tijd toch wel bijzonder was.

In de bestuurskamer van het OBAS kantoor was een tegeltableau met de namen van alle gecommitteerden. Hieronder zijn enkele bekende namen vermeld:

Sijbren A. Schoustra, Roordahuizum, 1816-18..
Jan T. Fokma, Irnsum, 1851-1852?
Thomas J. Boonstra 1852-1875?
Sijmen A. Schoustra, Irnsum, 1876-1895
Doeke T. Pasma 1884-1915, Irnsum,
Homme G. van der Goot, Irnsum, 1915-1918
Bauke A. Boersma, Irnsum, 1926?

Jan Schoustra, te Leeuwarden, was bode van 1911-1912.
Jan Fokma, afkomstig uit Irnsum (zoon van gemeente architect Tjerk Fokma), is in de jaren na de tweede wereldoorlog directeur van de OBAS geweest.

Aan het begin van de 20ste eeuw telde Friesland een twintigtal onderlinge brandverzekeringen. Ze gingen met de tijd mee; sociëteiten werden echte  maatschappijen, gecommitteerden heetten voortaan bestuursleden en de boekhouder mocht zich directeur noemen. Er kwamen echte kantoren en in 1922 werd een overkoepelende organisatie voor de herverzekering opgericht. Met het toenemen van de verzekerde portefeuille groeiden namelijk ook de risico's.

In de oorlog stuurde de OBAS Directeur-Boekhouder W. Kuipers een brief aan de Distributiedienst der Gemeenten Idaarderadeel en Utingeradeel. Dit geeft een goed beeld van de werkzaamheden van een bode:

"Wij bevestigen hiermee gaarne, dat onze bode, de heer Jan Johs. de Boer te Warga, geen rijwielbanden meer bezit, terwijl het hoogst noodzakelijk is, dat hij voor het uitoefenen van zijn werkzaamheden te allen tijde in het bezit van een goed rijwiel is. Deze werkzaamheden bestaan uit de inning der premiegelden, het ophalen en bezorgen der polissen bij onze deelnemers, benevens uit de jaarlijkse inschrijving van oogst en levende have voor onze verzekerde landbouwers en veehouders. Onze 130-jarige instelling zal niet kunnen floreren, als onze boden geen gebruik van hun rijwiel kunnen maken. Zij moeten dagelijks daarop grote afstanden kunnen afleggen."

 
Oorlogsomstandigheden noopten tot een bedelbrief

In 1971 fuseerde de OBAS met drie andere onderlinge verzekeraars. Anderen sloten zich aan. In 1986 kwam het geheel onder de paraplu van Avéro Verzekeringen, nog steeds te Leeuwarden. De loonexplosie van de jaren zestig, de stijgende kosten van sociale lasten en steeds grotere investeringen in automatisering lagen aan de lange reeks fusies ten grondslag...

Bronnen: Boek "125 jaar Brandverzekering op Onderlinge Grondslag" (OBAS)
Boek: "Sporen en stippellijntjes" (gedenkboek Avéro, 1993)

Naar boven
www.irnsum.nl : de website over de dorpshistorie van Jirnsum