Terug naar hoofdstuk    Naar homepage

Tette Hofstra, een boerenzoon die bakker werd

In het jaar 1749 waren er in Irnsum volgens de Quotisatiekohieren twee bakkers: Jan Dirks "meester bakker en coopman" en Jentje Teyes Bakker.

Deze laatste had al een achternaam, die tevens zijn beroep aangaf. In die tijd was een achternaam eerder uitzondering dan regel, want de meeste Friezen kozen pas in 1811 een familienaam, toen het verplicht werd.

Op een oude dorpskaart uit 1791 lukt het, met enige moeite, om zelfs drie bakkers te vinden. Dat zijn achtereenvolgens Hendrik Jans op nr. 35, "een bakker" op nr. 41 en D. Jeltes op nummer 50.

De bakkerij is het huis in het midden, met de hoge gevel
Dorpsplattegrond uit 1791
Dit verhaal gaat over de bakkerij waar na de tweede wereldoorlog Jan Buwalda de scepter zwaaide. (foto: het 3e pand ten noorden van Café De Gouden Leeuw)

In 1791 was hier echter nog geen bakkerij en stonden op dit kavel twee huizen: aan de straat de woning van Ruurd Douwes (nr. 56) en overdwars er achter het huis van Gerrit Jentjes (nr. 58).

Beide panden werden later samengevoegd, zoals blijkt uit de kadastrale atlas van 1832. Hierin is sprake van één perceel, genummerd C-150 "huis en erf, groot 3 are en 30 ca", op naam van de weduwe van bakker Van Teerns.

Mogelijk is het Sipke Jelles van Teerns geweest die de beide huizen samenvoegde en er een bakkerij begon. Hij was rond 1776 geboren in IJlst en trouwde in 1800 met Grietje Aukes uit Abbega. Het is (nog) niet bekend wanneer ze naar Irnsum zijn gekomen. Bakker Van Teerns overleed in 1827 op 51 jarige leeftijd, doch tien jaar later dreef zijn weduwe hier nog steeds de bakkerij.


Jaren later, in 1865, was de weduwe Van der Ploeg met haar kinderen eigenaar van het pand. Zij heette Reintje Gerbens van der Kooi en trouwde in 1853 met Klaas Idzes van der Ploeg uit Dronrijp. Hun eerste dochter, Geertje kwam een jaar later ter wereld in de gemeente Menaldumadeel. Het tweede kind, Doetje, werd in 1863 geboren in Rauwerderhem.

Met andere woorden, dit echtpaar kwam in de tussenliggende periode naar Irnsum. Klaas van der Ploeg is hier echter niet erg lang bakker geweest, want hij overleed al in 1865, op de leeftijd van 33 jaar. Pikant detail: zijn weduwe hertrouwde binnen één jaar met Petrus Wilhelmus Noordhoff. Was hij wellicht de bakkersknecht?
De volgende bron is een akte van notaris Albertus Wiersma te Roordahuizum: "Op heden Saturdag den 15 januari 1870, ten huize van de weduwe Herre Doekes Koopmans, kasteleinsche te Irnsum" wordt provisoneel geveild "Eene hechte ruime en wel onderhoudene Huizinge, gequoteerd nummer 75, en zeer ter nering staande Bakkerij met erve, steeg, achterwoning, bleek en vruchtboomen cum anexis staande en gelegen midden in het gebuurte te Irnsum, kadastraal bekend C-659 ter grootte van 3 aren of vierkante roeden en 12 centiaren of vierkante ellen".
Het bakken van brood in de 17e eeuw
Deze omschrijving geeft vrij goed aan hoe het geheel er uitzag. In grote lijnen zou het de eerstvolgende 100 jaren zo blijven. De verkopers waren genoemde Petrus Wilhelmus Noordhoff, meesterbakker wonende te Irnsum, gehuwd met Reintje Gerbens van der Kooi. Zij hadden de achterwoning tot 12 mei 1871 verhuurd aan Age Kamminga, voor 32 gulden in het jaar. Vermoedelijk was hij de bakkersknecht.

Ook de naastliggers werden vermeld: ten oosten de straat, ten zuiden Gabe Rijpkema, ten westen de heer Bienema (terpweiland) en ten noorden Albert Douma.

Het onroerend goed werd als volgt omschreven: "Bestaande in een ruim voorhuis tot winkel ingerigt met een lichtraam en glazen deur aan de straat en eene kast met glazen bovendeuren, ter linkerzijde eene ruime behangen voorkamer met twee lichtramen met binnenblinden aan de straat, schoorsteen met staande en leggende platen, twee bedsteeden en eene kast, hieronder eene kelder waarvan de toegang is in een woonvertrek achter de winkel, met een lichtraam met blinden ten noorden en eene zo ten oosten ter linkerzijde, aldaar eene bergplaats met lichtraampje ten zuiden en opgang door middel van eener trap naar een ruime zolder".

Verder waren er "eene beste provisiekelder in twee gedeelten afgeschoten, bakkerij welke is voorzien van eene vaste baktafel, een achterportaal met regenwatersbak, vaste kippenloop en kippenhok, eene bergplaats voor brandstoffen".

En tenslotte "een bleek, regenwaterpomp, hok op de wal, emmerrek, secreet (it húske), vruchtboomen en plantagie (de tuin) en aan de noordzijde straat en steeg". In deze oude akte staan twee erfdienstbaarheden: "De naastleger ten noorden zal op zijn achtergrond nimmer het licht mogen belemmeren van de lichtramen in de bakkerij aanwezig" en "Dit perceel is bevoorregt met vrije opslag aan de Boorn, door de steeg aanwezig tussen de perceelen van Taeke Visser en Johannes Romckes Kingma".
Twee weken later (29 januari 1870) vond in hetzelfde café de finale veiling plaats, waarna Taco Klazes Walstra, bakkersknecht wonende te Sneek, zich eigenaar mocht noemen voor de somma van twee duizend en vijf honderd gulden. Op 11 mei 1870, dus kort na zijn aankoop, trouwde de nieuwe bakker met Gepke Pieters Hylkema.
Taco Walstra (1843-1922) was in in Sneek geboren. Zijn oudste dochter Trijntje trouwde met Jan Marcus de Leeuw en zij zijn enige tijd mede-eigenaar van de bakkerij geweest.

De volgende eigenaar van de bakkerij werd Simon Tettes Hofstra (1850-1918), geboren te Oldeboorn en op dat moment veehouder te Poppingawier. Hij sloot in 1906 in de herberg van Oudeschouw een onderhandse koop met Taco Walstra.

De koopsom van "Eene huizinge en bakkerij met steeg, erf en tuin, staande en gelegen ten westen van den straatweg te Irnsum, kadastraal C-1163, groot 3 aren en 80 centiaren", bedroeg fl. 4.500,- en de koper mocht op 12 mei 1906 zijn intrek nemen.
"In den koop zijn begrepen al die zaken in voormeld onroerend goed aanwezig, welke dienen en door den comparant verkoper worden gebruikt tot uitoefening der door hem gedreven wordende bakkerij en bakkers affaire en alzoo door bestemming als onroerend zijn te beschouwen, daaronder begrepen de winkelopstand met den aankleve van dien, met uitzondering echter van den kuilmolen en drie trommels welke niet in den koop zijn begrepen. Het kippenhok op het erf is eveneens niet in den koop begrepen".

Foto ca. 1920, bakker Hofstra met vrouw en 3 kinderen In de akte wordt uitdrukkelijk vermeld dat "de staketting (schutting) en de haag ten noorden, die niet hooger mogen zijn dan een meter een decimeter acht centimeter vijf millimeter, in eigendom en onderhoud behooren aan den naastleger van dien zijde".

Het op hoogte houden van de heg moet een nauwkeurig werkje zijn geweest en het nameten van de 118,5 cm was ongetwijfeld zeer tijdrovend…

Verder was er nog sprake van "dat het verkochte is bevoorrecht met vrije opslag aan de rivier de Boorn door de steeg aanwezig tusschen de huizen thans eigen aan den heeren Van Balen en Ruardie en dat het verkochte voor een derde gedeelte tot het onderhoud van dien opslag moet bijdragen". (Het betreft hier koffiebrander Van Balen)

In eerste instantie lijkt het vreemd dat de bakkerij werd gekocht door een boer. De aankoop was echter bestemd voor diens zoon Tette, die hier bakker zou worden. Vader Hofstra wist waar hij aan begon, want zijn zwager Pieter Nijdam (1838-1906) was bakker in Oldeboorn, na eerst boer te zijn geweest.
Bontje de Jong De jonge bakker Tette Hotze Hofstra (1878-1943) was geboren te Gersloot. Hij trouwde op 24 oktober 1907 te Rauwerd met Bontje de Jong. Ze kregen samen vier kinderen, waaronder een tweeling, die allen in Irnsum zijn geboren. De zaken gingen voorspoedig en in 1915 kon Tette Hofstra (voor hetzelfde bedrag) de bakkerij van zijn vader overnemen. Tette Hotze Hofstra
Later kreeg Hofstra echter last van bakkerseczeem en moest hij zijn beroep opgeven. Hij vertrok met zijn gezin naar Leeuwarden, waar hij zich vestigde als kruidenier.

In december 1924 ging de bakkerij in Irnsum in eigendom over naar Cornelis Haites, daarvoor bakker te Bovenknijpe. Op dat moment waren de huizen aan de Boorn, ter weerszijden van de steeg, in bezit van Doeke Boersma (deze was eigenaar van diverse kruidenierswinkels in het midden van Friesland) en Jan de Jong.

Het kadastrale nummer was inmiddels veranderd in C-1463, doch de grootte van 3 are 73 ca was vrijwel hetzelfde gebleven. De koopsom bedroeg 8.000 gulden, waarvan Haites 3.000 gulden contant betaalde. De rest leende hij van de verkoper, op basis van hypotheekstelling, en het zou tot 1938 duren voordat hij zijn lening helemaal had afbetaald.

Op 12 mei 1925 kon Haites zijn intrek nemen in de bakkerij. Tijdens zijn beheer is, waarschijnlijk in 1933, de houten voorkant aan de straatzijde vervangen door een gemetselde gevel. Het achterste deel van het huis is het oudst, want aan de binnenzijde van het dak is (nog amper leesbaar) met witte verf het jaartal 1768 aangebracht.

De laatste bakker en eigenaar was Jan Buwalda, die hier is begonnen op 6 juni 1944, de dag van de geallieerde landing in Normandië. Ook hij heeft diverse verbouwingen laten uitvoeren, zoals het vervangen van de oude achtermuur, die door het bombardement (bij de Pôle) was gaan verzakken.

De oude inpandige waterput ("regenwatersbak") werd een beerput en er kwam een nieuw watercloset boven te staan. Toen ontdekte men dat het een diepe put was, die helemaal vanaf de bodem was opgemetseld met kleine gele stenen. Het verhaal doet de ronde dat hier vroeger (rond 1900?) een dienstmeid is verdronken, nadat ze het ijzeren vloerdeksel van de put had geschoven, uitgleed op de gladde stenen en in de put viel...


Tijdens de "jaren van de wederopbouw" telde Irnsum maar liefst vier bakkers: Keimpe de Ruiter (later o.a. Kiestra), Jan Buwalda, Siemen de Jong (later Stornebrink's Spar winkel) en Douwe Miedema (tegenover de RK kerk).

Aanvankelijk bezorgde Buwalda, net als andere winkeliers, zijn producten tot in de wijde omtrek. Toen hij daarmee ophield heeft hij de winkel laten vergroten.

Buwalda is zelf bakker geweest tot 1974. Daarna heeft hij de bakkerszaak nog enkele jaren verhuurd, totdat hij het pand in 1978 verkocht. Na diverse eigenaren en een aantal verbouwingen tot woonhuis, wordt "Rijksweg 126" thans (in 2004) bewoond door het gezin van Thijs van der Veen.

Vooraanzicht-straatzijde in 2004
Naar boven
www.irnsum.nl : de website over de dorpshistorie van Jirnsum