Terug naar hoofdstuk    Naar homepage

Uit het wel en wee van "IJsclub Oudeschouw"

Het door vaarwaters omringde Oudeschouw, dat slechts een handjevol inwoners telde, had ooit een ijsclub met meer dan 130 leden. Uit twee notulenboeken, van de besprekingen van het bestuur en de algemene vergaderingen, werd een aantal interessante feiten opgediept:

"Aanleiding tot oprichting van onze ijsclub was dat 3 Schouwster jongens op een slootje begonnen te hardrijden. Wietze van der Mei was dan ook de man die de Oudschouwster op belde om over te gaan tot oprichting ener ijsclub. 7 december 1907 werd de IJsclub Oudeschouw opgericht. 't Eerste bestuur was H. v.d. Meulen, K. Timmerman, S. Kooistra, Tjitte de Wolf, Jacob Sikkema en K.F. de Jong. Elk bestuurslid moest voor een vlag zorgen, zoodat de club direct vlaggen had" (Uit het verslag der ledenvergadering van 24 jan 1932)

De ijsclub had ook veel leden in Irnsum en Akkrum

Veel meer is er niet bekend over de beginjaren, want het bewaard gebleven notulenboek van het bestuur begint pas op 4 oktober 1922, toen o.a. over een nieuwe ijstent werd gesproken. De bestuursleden waren op dat moment: Tette de Haan (voorzitter), S. Sipsma (secretaris), Bauke Boersma (penningmeester), G.G. Hofstra, Gerrit Bakker en Willem Koopmans.

De meeste bestuursleden - toen en later - waren boeren uit de nabije omgeving. De Haan (op Roordastate), Hofstra en Koopmans woonden op boerderijen rondom Café de Oudeschouw. Boersma was boer geweest op het nabijgelegen Molesyl en later kassier van de Boerenleenbank.


Het bestuur telde 5 of 6 leden, die elk jaar enkele malen vergaderden in het centraal gelegen café. Wanneer het vroor en er wedstrijden konden worden uitgeschreven kwam men vanzelfsprekend vaker bij elkaar. Bij Kuindersma (de herbergier van Oudeschouw) hield de club elk jaar in november haar ledenvergadering, die gemiddeld door zo'n 20 mensen werd bezocht.

In de vooroorlogse jaren betaalden de leden jaarlijks 1 gulden contributie. Op 8 februari 1923 sprak het bestuur over een optreden dat de toneelclub van Friens voor 100 gulden zou gaan verzorgen op twee feestavonden van de ijsclub. Men hield toen afzonderlijke feesten voor gehuwden en ongehuwden.

Het daarop volgende winterseizoen werd besloten "met algemeene stemmen een Ringrijderij uit te schrijven van leden daar dit nog wat nieuws is op de Oudeschouw". Hierbij werd genotuleerd: "S. Sipma en A. Holkenboer met hunne vrouwen zorgen voor het koopen van prijzen dezer rijderij en hunne inkoopen te doen bij Kraak in Leeuwarden en niet hooger mogen gaan dan 35 Gld aan prijzen en luxe voorwerpen".

Rechts het cafe en links (op de achtergrond) Roorda state
Kennelijk was 1923/1924 een goede winter, want het bestuur ging eveneens over tot het "uitschrijven van een harddraverij met paarden en arreslede op 10 januari op het landijs van den heer Postma van paarden die niet meer hebben gewonnen dan 25 Gld. in eens". S. Wallinga zou zorgen voor de baan en keurmeesters waren Tj. Dijkstra en K. Boersma.
Op 13 oktober 1924, na een goed schaatsseizoen, telde de ijsclub 134 leden. Uit de notulen van deze vergadering: "De voorzitter deelt mede dat de Commissie van de Harddraverij van Irnsum de nummer bordjes hebben gebruikt en gebleken is dat twee stuk waren, dat is dus niet in orde".

In het jaar 1925 vertrok Sipsma, die 17 jaren in het bestuur had gezeten, naar een andere woonplaats. Korte tijd later lezen we: "De oude secretaris Sipsma weigerde het notulenboek van de algemeene ledenvergaderingen aan het bestuur te retourneren om persoonlijke kwestie met de voorzitter en hij bedankt tevens als erelid". De notulen van de ledenvergadering van 9 november 1927 beginnen dan ook in een nieuw boek…

Op ledenvergadering van november 1925 werd het bestuur als volgt samengesteld: T. de Haan voorzitter, Y. Heida secretaris, W. Koopmans penningmeester, G.G. Hofstra vice voorzitter, S. Wallinga bestuurslid, B.A. Boersma bestuurslid. Baaninspecteur werd O. Beetstra.



Als er een hardrijderij werd uitgeschreven adverteerde de club meestal in twee kranten; het Nieuwsblad van Friesland (de Hepkema) en de Leeuwarder Courant. De secretaris bracht de tekst naar Stapert in Akkrum, die zorgde dat het per telegram naar de kranten ging. Het gebruikelijke prijzengeld was 25, 10 en 5 gulden voor resp. de 1e 2e en 3e prijs. Ook werd er wel geschaatst om horloges. De gebruikelijke inleg voor de deelnemers bedroeg twee kwartjes.

Het uitreiken der prijzen, direct na de wedstrijd, was een feest op zich. Een voorbeeld daarvan was de "prijssprekerij" na een estafettewedstrijd op de bovenzaal van Kuidersma: "Daarbij kwamen 12 der aanwezige heeren op de bekende U.T. lijnkoekkist te staan om 3 min. te spreken over het onderwerp dat bij trekking vanaf de bestuurstafel gehaald moest worden". En daarna volgde de traditionele stoelendans.

Willem G. Koopmans was penningmeester van de ijsclub
Een leuke notitie uit de bestuursvergadering van 18 oktober 1926: "De voorzitter deelt mede dat hij met vrouw Kuindersma besproken had om de Friesche vlag te laten uitstoomen".

In de beginjaren beschikte de ijsclub niet over een eigen ijsbaan. In de omgeving (langs de Wetering) was voldoende "buitenland" dat in de winter onder water stond. Andere stukken land lagen te hoog of ze mochten van de eigenaren (Gasthuis Leeuwarden) niet onder water worden gezet. Men hield de wedstrijden liefst zo dicht mogelijk bij het café, op de Boorn. Elk najaar moest daartoe de rietwal aan het land van Koopmans worden schoongemaakt.

Soms, wanneer het ijs goed en de wind gunstig was, week men wel eens uit naar de Wetering. Nadat het nieuwe kanaal (in de oorlog) gereed kwam, zijn ook daar wel wedstrijden gehouden. Genotuleerd op 12 januari 1942: "Er zal een wedstrijd plaats vinden op het Nieuw Kanaal, om reden dat er nog geen andere gelegenheid is". In latere jaren werd geschaatst op landerijen van Beetstra en Koopmans "zodat men niet meer hoeft te wachten tot het groot scheepsvaarwater sterk is en ook de baan wordt niet meer door de scheepvaart bedorven".

Op 3 januari 1928 was er hardrijderij met "des avonds na afloop een gezellige prijsuitdeeling ter herinnering van het 20 jaar bestaan op de zaal Kuindersma. De opkomst der leden overtrof de verwachtingen van het bestuur. De bekende Jas (!) Band van Akkrum had het publiek weldra in feestelijken stemming. Menige spiets (speech!) en voordracht werd ten beste gegeven.

De vergaderingen, prijsuitreikingen en feesten waren in Café Kuindersma
Het werd "een echt gezellige avond en tot slot werd er nog druk gestept en gedanst, waar door bijna alle aanwezigen werd deelgenomen". Een ander fragment: "Bij de verloting om een fraai cadeau blijkt het lid Jacobus Hofstra de gelukkige te zijn. De prijs, een scheerapparaat, zal de winnaar zeker menige moeilijke tochten besparen en de barbier in Irnsum mogelijk een klant doen verliezen". Meestal organiseerde het bestuur een verloting tijdens de ledenbijeenkomsten, met als hoofdprijs vaak een paar nieuwe schaatsen, waarvoor dan "prijsopgaaf moest worden gevraagd bij de fabrikant Nijdam te Akkrum".

In de crisisjaren daalde het ledental en werd het allemaal wat soberder. Zo lezen we in 1931 dat "lid J. Kroondijk bedankt gezien zijn slechte bedrijfsuitkomsten". Er zijn dan nog maar "95 leden aan wie de kwitantie zal worden aangeboden". Wanneer er zachte winters waren en er dus niet geschaatst kon worden, daalde het ledental bij gebrek aan nieuwe aanmeldingen. Uiteraard waren er elk jaar wel bedankjes, als gevolg van verhuizen, gevorderde leeftijd of overlijden.

Aan de crisis kon men niet zo veel doen, wel aan de ledenbinding. Zo schrijft de secretaris op 5 februari 1936: "Daar de winter dit jaar weer op zich laat wachten is het bestuur verplicht een feestavond uit te schrijven". En aldus geschiedde, waarna "een advertentie voor invulling der feestavond" werd geplaatst. Hierop reageerden 20 toneelclubs en die van Oldeboorn kreeg de opdracht voor 25 gulden.

Tette de Haan was jarenlang voorzitter van de ijsclub
Tette de Haan trad op de najaarsvergadering van 1931 af als voorzitter. "Bij de gebruikelijke rondvraag wil W. Pasma de scheidende voorzitter tot eere lid benoemen. De vergadering denkt van eere voorzitter, waartoe dan ook maar word besloten. De vice-voorzitter Hofstra spreekt nog eenige erkentelijke woorden tot voorzitter De Haan voor het vele dat hij voor onze vereeniging heeft gedaan".

Voor het komende seizoen werd het nieuwe bestuur als volgt samengesteld: G.G. Hofstra (voorzitter), W.G. Koopmans (penningmeester), B.B. Boersma (secretaris), O. Beetstra en Jouke Boersma.

Tijdens winter van 1931/32 was er een "ledenhardrijderij, met na afloop 's avonds feestelijke prijsuitdeling ter herdenking van ons 25 jarig bestaan. Meer dan 100 personen waren aanwezig". Zoals bij elke club werd de feestavond beter bezocht dan jaarvergadering…

De notulen gingen vaak over dezelfde onderwerpen, zoals het inspecteren en vernieuwen van het materiaal; palen, touw, vlaggen, ijstent etc. Zo nu en dan doet een nieuw onderwerp zijn intrede. Dat was bijvoorbeeld in 1935, toen de voorzitter verslag uitbracht van een vergadering van de Bond van IJsclubs te Leeuwarden. Bij dit centrale orgaan waren destijds 136 Friese ijsclubs aangesloten.

Andere kwesties streken zo nu en dan de kop op, zoals het verhaal van de ijsbel dat enkele jaren duurde. Op 26 oktober 1931 vergaderde het bestuur wederom in het café. Bij de bespreking van het materiaal bleek dat Kuindersma had gefaald, hij vertelde "reeds 5 keer om een nieuwe bel te zijn uitgeweest maar telkens mis". Een jaar later kon voorzitter G. Hofstra melden: "De oud voorzitter (T. de Haan) doet mededeeling dat hij een bel heeft opgedaan waarvan de kosten fl. 1,- bedragen". Over de reactie van Kuindersma stond niets vermeld, maar het verhaal van de bel kreeg een staartje, want op 22 februari 1933 lezen we: "Medegedeeld wordt dat de bel die deze winter gebruikt is, te klein is bevonden en door een grootere moet worden vervangen zodra de gelegenheid zich hiervoor voor doet". Vervolgens zou het nog tot 1941 duren voordat er een definitieve oplossing kwam in de vorm van een schenking: "Eindelijk heeft de club een grote bel met handvat, die werd aangeboden door de heer K. Hylkema van Irnsum".


Naast wedstrijden voor schoolkinderen en deden nieuwe activiteiten hun intrede, zoals een "rijderij van 3 aan de stok".

Zo werd er bijvoorbeeld op 3 februari 1943 "werd een rijderij gehouden van leden met hunne dames en wel van 3 man aan 't haakje".

De ijsclub organiseerde ook wedstrijden met paarden en arresleden.

Er op uit met de arreslee

Tijdens de oorlogsjaren gingen de activiteiten gewoon door, hoewel het ledental daalde tot minder dan 75. Op 19 januari 1941 werd besloten "een wedstrijd uit te schrijven voor schoolkinderen uit Akkrum, Irnsum en Oudeschouw van alle kleuren om het maar eens zo te zeggen".

Zo nu en dan werd melding gemaakt van problemen, bijvoorbeeld om aan cacao te komen. Opmerkelijk is dat pas na de bevrijding het woordje "oorlog" voor het eerst voorkwam in de notulen….

Na de oorlog diende zich een nieuwe generatie bestuursleden aan: Sikke B. Kingma (secretaris), Terwisga van Scheltinga, Wabe E. Pasma, Anne Beetstra. In de jaren na de oorlog kwamen er nieuwe kasteleins op Oudeschouw; achtereenvolgens waren dat B. Fokkinga, Renema en Kriele.

Nog een opmerkelijk feit: in de notulen van 27 november 1947 werd voor het eerst met een balpen geschreven. Het notulenboek der ledenvergadering eindigt op 2 december 1961. De laatste aantekeningen een bestuursvergadering zijn van 4 januari 1979. Over een opheffing van de club werd (in deze boeken althans) niets gemeld…

Naar boven
www.irnsum.nl : de website over de dorpshistorie van Jirnsum