Terug naar hoofdstuk    Naar homepage

De kasteleins van de oude herberg aan de Wijde Steeg

De oudste herberg van Irnsum stond in het midden van het dorp. Dit was de plek vanwaar het dorp zich ooit ontwikkelde, nadat de kern werd verplaatst van de terp naar de oever van de Boorne. De herberg met de naam "Het Wapen van Rauwerderhem" stond direct ten zuiden van wat toen nog een “wijde steeg” was. Na de afbraak was de steeg wijder...
Vanaf de Boorne, met roeibootje en stoomboot aan de kade
Volgens de quotisatiekohieren (een belastingregister) was er in 1749 al een herberg in het dorp. Dit blijkt uit de vermelding "Tjietske Gerlofs , herbergiersche". De bewoners waren twee volwassenen en een kind. Meer is niet bekend, doch de kans is groot dat die herberg op deze plek heeft gestaan.

Herberg met pijl aangegeven, noorden boven, Boorne rechts
De oudste bron waarop de herberg staat aangegeven is een dorpskaart uit 1791. Daarop staan geen andere etablissementen. Bij de herberg, op nummer 45 naast de “wijde steig” (die naam is dus al heel oud), staat de naam Jan Sjoerds.

Hij was ook eigenaar van de bleek aan de Boorne, precies tegenover zijn herberg. Naast hem, aan de zuidzijde, woonde Gelske Jans en daarachter ene Sybren Ruurds. Jan Sjoerds was een Irnsumer en trouwde op 28 september 1789 in de katholieke kerk aldaar.
Zijn vrouw, Tjamke Meinderts uit Akkrum, was hervormd. (In die tijd was een gemengd huwelijk uitzondering). Twee dagen na het kerkelijk huwelijk trouwden ze voor het gerecht van Rauwerderhem. In die tijd hadden de meeste mensen nog geen achternaam; dat kwam pas na 1811. Toen Tjamke in 1826 (als weduwe) overleed, droeg ze de achternaam Smidts.

Hoyte Hessels Jorna (1778-1829) woonde vermoedelijk na Jan Sjoerds in de herberg. Hij was een boerenzoon, geboren bij Leeuwarden en RK gedoopt. In 1801 trouwde hij te Oosterwierum met Janneke Tjerks Douma, die na een jaar reeds overleed. Hoyte hertrouwde in 1803 met Styntje Sybes Hoeksma, die een dochtertje van 2 jaar had. Kort na de eeuwwisseling werd hij kastelein te Irnsum. Doch dat heeft niet heel lang geduurd, want in 1806 verkopen Hoyte en Styntje de herberg aan een andere Jorna.

Wijde steeg, met links de rails voor de terpafgraving
Tjalling Jans Jorna (1767-1829) was in 1804 nog meier (huurder) van een sate land en huis bij Flansum. Hij was een zoon uit het tweede huwelijk van Jan Hessels Jorna en RK gedoopt te Warga. Achtereenvolgens was hij boer, koopman en kastelein. In 1791 trouwde Tjalling Jorna te Irnsum met Tryntje Johannes Weisma (RK gedoopt te Warga in 1751, en 16 jaar ouder dan hem).
In 1806 koopt Tjalling van zijn bovengenoemde, jongere oom “huis en herberg” voor 2.750 caroli guldens, op 22 mei 1806 vrij te aanvaarden. Zo werd Tjalling de nieuwe kastelein. In 1811 nam hij officieel de naam Jorna aan als achternaam.

Tjalling en Tryntje kregen twee kinderen. Een dochter Aukje (1792-1876) die in 1813 trouwde met Sake Jans Jansen (RK gedoopt te Irnsum 1779) en een zoon Jan Tjallings Jorna (1794-1879). Deze Jan Tjallings Jorna was eerst koopman, doch rond 1817 heeft hij de herberg van zijn vader overgenomen.

Op 17 augustus 1824 schreef kastelein J.T. Jorna een kaatswedstrijd uit, met gouden tientjes als hoofdprijs. Hij plaatste een advertentie in de Leeuwarder Courant van 10 augustus van dat jaar. Dit is de oudst bekende melding van kaatsactiviteiten in Irnsum. Overigens was het in die tijd gebruikelijk dat kasteleins wedstrijden organiseerden, zoals schaatsen of harddraverijen.

Jan Tjallings Jorna is drie maal getrouwd geweest:
op 15 februari 1817 met Rigtje Wiebes Westra van Oosterwierum (1797-1823)
op 16 augustus 1828 met Hieke Piebes de Boer van Workum (1795-1830)
op 28 jan. 1832 met de Irnsumer weduwe Lolkje Ruurds Jongma (1786-1858)
Uit zijn eerste huwelijk had hij een zoon, die naar zijn grootvader werd vernoemd: Tjalling Jans Jorna (1818-1844) trouwde in 1838 met Rinske Durks de Klaver (1814-1843). Zij was een dochter Durk Annes de Klaver en Pietrik Lolkes van der Meulen. Tjalling junior en Rinske kregen drie dochters: Richtje (1840), Pietje (1841) en Lolkjen (1843). Niet zo lang na de geboorte van hun derde kind zijn de beide echtelieden overleden.

De oudste dochter Richtje Jorna trouwde in juni 1868 op 28 jarige leeftijd met Johannes Hollander, toen 26 jaar oud. Hij was een zoon uit het kinderrijke katholieke gezin van landbouwer Dirk Gerrits Hollander en Akke Pieters Jorritsma te Tzum. En zo werd Johannes Dirks Hollander (1842-1911) in 1873 de nieuwe kastelein te Irnsum.

De herberg, kort na 1900, met het fraaie uithangbord
Johannes Hollander en Richtje Jorna kregen drie kinderen: Durk (1869-1950), Tjalling (geb. 1871) en Rinske (1872-1886). Echtgenote vrouw Richtje stierf reeds in 1874, toen ze nog maar 33 jaar was…

Johannes Hollander hertrouwde al in 1875, met Gerbrig van Balen (1837-1909). Zij was geboren in Irnsum, als dochter van Arjen Sybrens van Balen en Maria Klazes Haringsma. Uit hun huwelijk werden drie kinderen geboren: Adrianus (1876-1885), Nicolaas (1878) en Jan (1880-1961).

Op 10 mei 1889 verkoopt Hollander de herberg onderhands aan Doeke Lykeles Deinema, geboren in 1867 te Finkum. Deze was op 20 jarige leeftijd getrouwd met Grietje Kuiken uit St. Jacobiparochie. Kort na hun vertrek uit het dorp overleed Doeke’s vrouw. Ze hadden geen succes gehad met de herberg en in januari 1893 vond er een openbare verkoop plaats.

Het geheel werd omschreven als: ”Een huis waarin het herbergbedrijf met vergunningsrecht wordt uitgeoefend, met stalling, doorreed, regenbak, welpomp, ruim erf, bleek en verder aanbehooren, staande en gelegen aan den algemeenen rijdweg, aan het groot scheepsvaarwater, thans ijsbaan, de Boorn en aan de wijde steeg, in de buurt te Irnsum, kadastraal C-897 + 1087, groot 3are, 80ca”. Het perceel met de herberg was bevoorrecht met erfdienstbaarheid van uitzicht en vergezicht over het 2e perceel, de bleek aan de Boorne. (Dit werd later de aanlegplaats van de Irnsumer stoomboot).

Koper werd, voor een bedrag van fl. 4.479,- Cornelis Olivier (geb. 1865), zonder beroep te Jelsum. Kort daarna trouwde hij met Anna Lambertha de Jong, dochter van een logementhouder te Hardegarijp. In het voorjaar van 1893 namen ze hun intrek in “Het Wapen van Rauwerderhem”.

Het echtpaar kreeg vier kinderen: Anna Hendrika Lambertha (1894), de tweeling Hermina Cornelia en Henriëtte Petronella (1896) en Herman Cornelis (1898).

De oudste kinderen van Olivier, de tweeling in het midden
Ook bij hen sloeg het noodlot toe, want op 1 april 1899 overleed de kasteleinsche. Heer Olivier bleef achter met vier kleine kinderen en een penibele financiële situatie. [Aanvulling uit het Genealogysk Jierboekje van 1967: Cornelis Olivier hertrouwde op 12-2-1902 met Sjoukje Wybenga, die op 1 mei van dat jaar een kind baarde en op 1-12-1902 stierf. Hun zoontje werd nog geen jaar oud. In 1910 emigreerde Cornelis naar South Dakota (USA). Zijn zoon Herman Olivier werd exploitant van een goudmijntje in Idaho.]

Ten gevolge van een bevel van de rechtbank te Leeuwarden d.d. 2-10-1899, moest de herberg worden verkocht. Eerder was al een beschrijving van de boedel gemaakt, die nog geen fl. 1500,- waard was. De schulden daarentegen bedroegen ruim f. 3500,-. De voorraad wijn, bier, drank en mineraal water werd getaxeerd op fl. 102,-. De herbergier had geen vee, wel enkele konijnen. De kinderen hadden als enig bezit hun lijfdracht en de drie oudsten elk een spaarpot met ruim 6 gulden. Pieter de Graaf had nog fl. 38,- tegoed voor de geleverde doodskist en fl. 24,- voor overig timmerwerk. Dokter Oosterhaven stond op de lijst met fl. 80,- voor geneeskundige diensten en geleverde medicijnen.

Een van de voorwaarden van de openbare veiling was de verplichte overname van “de beide buffetten (een boven en een beneden), de groote tafel op de bovenzaal, twee groote lampen aldaar en twee beneden, de zwarte kast in de keuken en twee kribben” voor tweehonderd gulden.
Op de finale toewijzing van 31-10-1899 werd Gerben Sipkes Rijpma, veehouder te Irnsum, eigenaar voor fl. 4.079,-. Dit zal verwondering hebben opgeroepen, omdat de aanwezigen gedacht moeten hebben dat hij er als strijkgeldschrijver aan hangen bleef…

En zo gebeurde het dat er op 12 mei 1900 een nieuwe kastelein zijn intrek nam. Dit was een schoonzoon van Rijpma, namelijk Hinne Poppes, afkomstig uit Gaasterland en een zoon van Jacob Harmens Poppes en Catharina Baukes van der Goot.

Gezin van Hinne Poppes in 1893
Catharina en Gerben Poppes
Hinne Poppes (1870-1908) was enkele jaren daarvoor getrouwd met Antje, de tweede dochter van hereboer Rijpma. Ze hadden twee kinderen, Catharina (1892-1978) en Gerben (1895-1977). Beiden hebben de Rijks Hoogere Burgerschool in Leeuwarden bezocht. Voor meisjes was dat in die tijd nog uitzondering.

Na zijn schooltijd vertrok Gerben Poppes naar Nederlands-Indië waar hij tot 1936 planter is geweest op de tabaksplantage van "Deli-Tabak" op Sumatra. Dochter Catharina werd apothekers assistente en trouwde met een huisarts.

Toen hun vader Hinne Poppes op 38 jarige leeftijd stierf, kwam het café weer vrij...


Of het toeval is weten we niet, maar de volgende caféhouder was eveneens uit Gaasterland afkomstig. Dit was Fonger Dölle (1879-1966), wiens vader Hessel achtereenvolgens schoenmaker, kastelein en aannemer in Bakhuizen is geweest. Zijn grootvader was kort voor 1840 vanuit Duitsland naar Friesland gekomen, vandaar de Duitse achternaam.

Op 29 april 1904 trouwde Fonger Dölle in Koudum met Sietske Dijkstra (1881-1939). Fonger had al wat geld verdiend als timmerman en na zijn huwelijk begon hij een logement/ koffiehuis in Leeuwarden (naast boekhandel De Tille aan het Zaailand).

De vier oudste kinderen van Fonger Dölle
Per 12 mei 1908 namen Fonger en Sietske hun intrek in de oude herberg aan de Wijde Steeg. Ze hadden zes kinderen: Hessel (1905-1978), Suzanne (Sanne) 1906-1984), Anna (1908-1986), Sjoeke (1914-1969), Francisca (Ciska) en Cornelia (Corrie).

Fonger Dölle met zijn gezin (en het dienstmeisje?)
Op de foto rechts staan Fonger en Sietske met 4 van hun kinderen; de foto is dus ca. 1915 gemaakt. Achteraan links staat hun dienstmeid Sytske Romkes (geb. 1888). Zij was een dochter van Jacob Sikkes Romkes en Jeltje (Julia) Foppes Hoekstra, eveneens in Irnsum woonachtig.

Sinds de oprichting van de Boerenleenbank, die eerst geen eigen kantoor had, hield kassier Boersma elke zaterdag zitting in het café van Dölle. De boeren kwamen hier naar toe om het melkgeld op te halen en de meeste zullen er wel een jenevertje bij hebben genomen...

Ergens in het begin van de jaren ’30 stopte Fonger Dölle met het café en begon een kruidenierszaak, die later door zijn oudste dochter Sanne werd voortgezet.

Aan het begin van het winterseizoen 1937/38 werd Fonger Dölle de nieuwe voorzitter van de IJsclub, als opvolger van fabrieksdirecteur Banning, die deze functie sinds 1920 had vervuld. Uit de notulen: “Bij zijn eerste optreden maakte Dölle direct een goede beurt, door op smakelijke wijze te vertellen hoe hij, zonder dat het zijn bedoeling was, voorzitter was geworden”. Verder is Dölle penningmeester geweest van de vereniging “Plaatselijk Belang”.

Vermoedelijk was Warner Spijker de volgende kastelein in het "Wapen van Rauwerderhem". Lang duurde dat niet, want op 14 juni 1934 verongelukte hij, gehuwd en nog maar 28 jaar oud. Hij was voor militaire dienst op herhaling geweest en met zijn fiets onderweg naar huis. Op de brug van Oudeschouw kwam hij ten val en werd overreden door een vrachtauto.


Volgens de IJsclub notulen van Gerben v/d Goot was in 1934 "Heine Andries Timmerman kastelein in het tegenwoordige dorpshuis". Hij was de zwager van Spijker en heeft het oude café nog korte tijd voortgezet. Vermoedelijk heeft hij het aan de gemeente verkocht, want tijdens de verbouwing van de Openbare Lagere School in 1936 heeft het gebouw een winterseizoen dienst gedaan als noodschool. Het achterste deel werd toen, en ook nog na de oorlog, bewoond door de familie Slager.
De herberg werd dorpshuis en deed dienst als noodschool

Het zal rond 1960 zijn geweest dat het grote, inmiddels bouwvallige gebouw, ten prooi viel aan de slopershamer. Er vond geen herbouw plaats en sindsdien is de Wijde Steeg een stuk wijder...

Naar boven
www.irnsum.nl : de website over de dorpshistorie van Jirnsum