Terug naar hoofdstuk    Naar homepage

De onmogelijke liefde van "earme" Antsje Boersma

Op 15 december 1919 overleed te Irnsum ene mejuffrouw Antje Boersma. Wie was deze 72-jarige vrouw die een enorme erfenis naliet, maar in de volksmond "Earme Antsje" werd genoemd?

Hoewel ze nooit trouwde, had Antje haar hart verpand aan Pieter Tjerks Oosterwal. Hij was beeldend kunstenaar, wat in die tijd toch wel heel uitzonderlijk moet zijn geweest. In ieder geval mocht Antje niet met hem trouwen. Zoiets paste destijds immers niet bij de stand van een rijke boerendochter en de familie legde dan ook "it near" op een huwelijk.

Antje Boersma werd in 1847 geboren op Molesyl, een boerderij in "de Suorein", aan de Boorn tussen Oudeschouw en Irnsum. Ze was de jongste van de vier kinderen van Bauke Annes Boersma en Taetske Klazes Nijdam en een kleindochter van Klaas Cornelis Nijdam.
Antje Baukes Boersma

In 1876 kocht de vader van Antje Boersma een grote rentenierswoning van H.E. de Vos van Steenwijk, echtgenote van Mr. C.W. Baron van Haersolte te Zwolle. Helaas heeft hij van dit huis in Irnsum niet lang plezier gehad, want een jaar later overleed hij reeds. Nadat in 1879 ook haar moeder was gestorven, erfde Antje het grote herenhuis met de gehele inboedel. In dit huis, later bekend onder de naam Bordaa Hûs, woonde zij gedurende de rest van haar leven.

Bauke Annes Boersma
Taetske Klazes Nijdam

De ouders van 'earme Antsje' trouwden in 1835.

Bauke Annes Boersma
(1807-1877)
en
Taetske Klazes Nijdam
(1805-1879)




Pieter Oosterwal woonde in een huisje aan de Boorn, tegenover het grote herenhuis van zijn geliefde. Hier maakte hij ondermeer schilderijen en beelden van een soort papier-maché. Maar ook heeft hij de voordeuren van Antje's huis kunstig versierd met zijn houtsnijwerk.

Volgens het Kohier van Hoofdelijken Omslag (belastingen) was Pieter in 1901 'verver' (schilder) van beroep. Hij heeft dan een geschat jaarinkomen van 400 gulden, wat in die tijd gebruikelijk was voor arbeiders en kleine winkeliers. Zijn huisnummer was 204, hetzelfde als 'Anna B. Boersma, zonder beroep, inkomen fl. 6.200'. Kennelijk was hij dan toch maar bij zijn geliefde ingetrokken... Alleen de plaatselijke olieslager verdiende toen meer dan Antje, maar die moest er dan ook voor werken.

Links van Antje's huis (aan de zuidzijde) woonde destijds de schoenlapper en barbier Geert van den Bosch. Voor het geval ze eens hulp nodig zou hebben, had Antje een stuk touw naar zijn huis laten aanleggen, met aan het uiteinde een oude winkelbel. Eens, midden in de nacht, sloeg ze alarm. Toen de buurman poolshoogte ging nemen, ontdekte hij haar rechtopzittend in haar bedstee in de keuken. Ze zei slechts: "Ik woe mar ris sjen, Geart Bosch, as jo wol wach wienen" en kwam tot de conclusie dat ze in het vervolg rustig zou kunnen slapen...

Antje gebruikte maar een klein deel van haar grote huis, want ze vond het "zonde om alle vertrekken te verwarmen". Ze zat meestal in de keuken en in de  deftige woonvertrekken verbleef ze amper.


Helemaal rechts op de foto een deel van de voorgevel van het grote huis van Antje Boersma.
Helemaal rechts het Bordaa Hus
Wanneer de kleinkinderen van haar zuster of broer op bezoek kwamen, wilden die natuurlijk ook in de andere kamers kijken. Dan moesten de schoenen uit en kregen ze slofjes aan. Want bij "Antsjemuoi" was het altijd erg schoon en dat wilde ze graag zo houden.

In haar testament (gedateerd 1914) bepaalde Antje Boersma dat de doopsgezinde gemeente te Irnsum een legaat zou ontvangen, bestaande uit het als museum ingerichte huis waar Pieter Oosterwal had gewoond en een bedrag in contanten. Verder kreeg de doopsgezinde gemeente het eigendom van "de vier graven op de algemeene begraafplaats te Irnsum, waarin rusten mijne ouders en Pieter Tjerks Oosterwal, en waarin ik ter ruste zal worden gelegd", met de bepaling "om ten eeuwigen dage te zorgen voor- en dus te bekostigen het netjes onderhoud der voormelde graven met gedenkstenen of andere monumenten".

Nadat Pieter Oosterwal in 1911 was overleden, werd hij begraven op het kerkhof te Irnsum. Antje Boersma en Pieter Oosterwal zijn inderdaad (ten eeuwigen dage?) naast elkaar begraven.


Durk Herres Hooghiemster


Sietske Hooghiemster-Bergsma
Het testament bevatte ook een merkwaardige bepaling: "Het is mijne begeerte dat het door mij bewoonde huis, kadastraal nummer C 1511, gedurende 25 jaren na mijn overlijden in eigendom zal verblijven bij één of meer mijner erfgenamen of hunne afstammelingen- en dat het gedurende dien tijd noch geheel, noch tendeele zal worden bewoond door de echtelieden Dirk Herres Hooghiemster en Sytske Klazes Bergsma of door één hunner."
Sytske Bergsma was de weduwe van Antje's broer, die op jonge leeftijd overleed. Ze hertrouwde vrij snel met Durk Hooghiemster, die ze had aangesteld om de boerderij draaiend te houden. Dat liep financieel niet goed af, waardoor de familie Boersma een flinke veer moest laten...

Een half jaar na het overlijden van Antje Boersma werd door de notaris een acte van boedelscheiding opgemaakt. Dat werd een uitgebreid document, want haar totale nalatenschap bedroeg meer dan 3 ton. Na bijna 80 jaar inflatie-correctie kwam dat (in 1997) overeen met een waarde van ettelijke miljoenen guldens....

Antje bezat drie boerderijen; één aan de Hegedyk te Rauwerd, één aan de Boorn onder Irnsum en "Molesyl" aan de Grouwster zijde van de Boorn. Daarnaast behoorden de genoemde twee woningen, een aantal weilanden en een uitgebreide effecten-portefeuille tot haar bezit.

Toen Antje Boersma indertijd "Het Hok" (de boerderij onder Irnsum) kocht, had de notaris gevraagd hoe ze deze transactie wilde financieren...

Volgens de familieoverlevering luidde Antje's antwoord: "Dan ferkeapje ik gewoan hwat fan myn Russen, hwant dy smoarge dingen kin ik dochs net lêze". En aldus geschiedde!


Een oude Rus uit de erfenis van "earme Antsje"

In vroeger tijden werd, met name op het platteland, vooral belegd in Russische  spoorweg- en staatsobligaties. Die werden aanbevolen als een veilige investering, wat inderdaad gedurende meer dan een halve eeuw het geval is geweest. Maar na de Russische revolutie van 1917 kelderden deze effecten snel in waarde... Antje moet een vooruitziende blik hebben gehad, want bij haar overlijden in 1919 bleek dat van haar enorme vermogen (nog) slechts een klein deel in Russen was belegd.

Het Bordaa Hûs in 2009
Houtsnijwerk van Pieter T. Oosterwal in de voordeur.

Uit de nalatenschap van Antje Boersma zijn vier 'oude Russen' bewaard gebleven, die mijn grootvader had geërfd. Deze papieren zouden later het begin vormen van mijn verzameling Russische spoorwegobligaties. De Franse pendule uit 1861, die eens bij 'earme Antsje' op de schoorsteenmantel stond, is inmiddels ook in mijn bezit.


Bewerking van artikel uit "De Stim fan Jim" van februari 1997.
Bron: "De Hoannebeam", de genealogie van de familie De Haan.

Naar boven
www.irnsum.nl : de website over de dorpshistorie van Jirnsum