Klaas Cornelis Nijdam - 19e eeuws boer en dichter |
Irnsumer-merkeIn't knappe Irnsom oon de Boon |
Zo ging het er aan toe volgens Klaas Cornelis Nijdam, boer en
dichter. Hij schreef in zijn vrije tijd hele schriften vol met korte en
lange gedichten, ter gelegenheid van een geboorte, een verjaardagsvisite
of zomaar een vertelsel over zijn eigen boerenwerk. Zijn taalgebruik lijkt
op een combinatie van Fries en Nederlands, maar door het luidop te lezen
is het toch vrij goed te volgen. In feite is dat niet eens zo bijzonder,
omdat de tegenwoordige Friese spreektaal meestal ook een mengelmoesje
is... Het opvallende is de wijze waarop het is geschreven. We mogen niet
vergeten dat de meeste mensen in die tijd niet of nauwelijks konden
schrijven en dat er geen Fries woordenboek bestond. |
Een ander gedichtje: "Bij Irnsum oon / De Stroom de boon
/ Der stiet en boere-weanje / De hjer ik tuis / Meits nen gedruis / Ik sil
Jouw wol beleanje" wordt gevolgd door een soort verontschuldiging van
de schrijver: "Taal en spelling mat Jou mij sa vrij wat te goede
hoade. Ik schreeuw, of praat er sa wat hinne, sa dat ik het van mij Oaden
hjerd, of leerd haw. Mij togte sa Jou koene om mijn broddelwurk ris laakje." Uiteraard bevat dit proza talrijke woorden en gezegdes die in onbruik zijn geraakt. Enkele jaren geleden, na de ontdekking van deze manuscripten, gaf ik het Frysk Letterkundich Museum een kopie van dit rijmwerk. Later bleek dit "gāns nijsgjirrig taalmateriaal" voor de Fryske Akademy aanleiding het op de bronnenlijst van het "Wurdboek fan de Fryske Taal" te plaatsen. Omdat er weinig van dergelijke handschriften bekend zijn, konden de onderzoekers talrijke woorden eerder dateren dan ze tot dat moment hadden aangetoond. |
Klaas Nijdam kwam op 19 januari 1774 ter wereld in Friens, als
zoon van Cornelis Clazes Nijdam en Taetske Stevens Reitsma. Klaas
Corneliszoon trouwde in 1800 te Irnsum met Antje Ruurds Veemans, die
afkomstig was van Akkrum. |
Hoewel "het land over de Boorn" bij Idaarderadeel
hoorde, voelde K.C. Nijdam zich vooral Irnsumer. Dit blijkt uit zijn
gedichten, maar ook uit het feit dat hij hier jarenlang NH-kerkvoogd is
geweest. Zijn kleinzoon Klaas Feites de Haan was later op dezelfde plek
boer, en ook hij was NH-kerkvoogd. Klaas Nijdam was boer op Ludringa
State, gelegen aan de Boorn tegenover de Wijde Steeg. |
Over de bouw van een nieuwe woning voor zijn boerderij schreef
hij het volgende:"Op het bouwen van mijn nij vor hoes in
agtien-honderd-twa-entweintig Mij tinkt mijn hoes / Dat stiet moi proes /
En nei mijn wins / Bij Douwma Stins / Ha ik 't besteld / De duiten teld /
Oon Eelke baas / En Murk van Raad / De tekening / Al is 't gering / Dat is
en ding / Dat komt er bij / En 'd Architek / Mei het bestek / Die wie der
ek / Dit sis ik vrij / 't Opzigt der bij / Leeuw dat van mij / Het hoes
omheeg / De pongen leech" In de bijgaande notitie stond dat Eelke van der Linde de aannemer was, Murk Bijlsma (Rauwerd) de verver en J. Tjaarda de architekt. |
Klaas Nijdam was de grootvader van "Earme Āntsje",
oftewel Antje Baukes Boersma. Diens moeder, Taetske Klazes Nijdam, trouwde
in 1835 met Bauke Annes Boersma. Een kleindochter van dit echtpaar, ook
een Taetske, trouwde in 1891 met Arjen Schoustra. Anders gezegd: K.C.
Nijdam was de overgrootvader van mijn overgrootmoeder. En zo kon het
gebeuren dat "die oude schriften" pas vele jaren later uit een
kist tevoorschijn kwamen... |
Een ander gedicht "Op myn raekje nijgaes hae", dook op buiten de provincie en is afgedrukt in het Nijdam-familieboek. Volgens die bron zou Klaas C. Nijdam boer op Nijdamstra State zijn geweest. Later bleek dat dit niet klopt: Zijn vrouw is daar wel geboren, maar zelf was hij boer op het naastgelegen Ludringa State. |
In 1845 schrijft K.C. Nijdam in zijn laatste schrift "Het is vandaag net Een-en-Zeventig jaren dat ik ben geboren. Nog leef ik (Goddank) en mogt de verkondiging van uw woord nog horen". In november van dat jaar stierf hij... |
Tenslotte nog een stukje uit een ander "merke"
gedicht dat Nijdam in augustus 1827 aan het papier toevertrouwde: "Weas blij in't libben / Irnsom merk komt Jiers mar iens Smar nou de ribben / Het is sa gouw wer dien De man is blied, het wief en ben / Men ken't oon allegeare sjen Sij hoade nou ris tijge pret / Der bin se op geset" Naschrift: In De Vrije Fries nummer 90 verscheen een artikel over Klaas Cornelis Nijdam. |
www.irnsum.nl : de website over de dorpshistorie van Jirnsum |